Stilstaan om vooruit te komen
Ruim 80 professionals van Omix komen – nu digitaal – dagelijks over de vloer bij VO, MBO, HBO en WO-instellingen door heel Nederland. Hun observaties bieden een waardevol inkijkje in de manier waarop onderwijs-Nederland omgaat met de coronamaatregelen. Ter herkenning en ondersteuning delen we de belangrijkste bevindingen hier graag met u: ondersteunend personeel dat zich inzet voor soepel en kwalitatief onderwijs – ook nu, juist nu.
De maatregelen als gevolg van de coronacrisis hebben effect op alle onderwijslogistieke processen. De vraagstukken die daaruit voortkomen zijn groot en klein; liggen aan de oppervlakte of dringen diep door in de organisatie; variëren van heel praktisch tot grote strategische overwegingen. Terwijl we drukdoende zijn het ‘nieuwe normaal’ met elkaar uit te vinden, is het ook de tijd van het jaar om voorbereidingen te treffen voor het nieuwe schooljaar. Te midden van alle turbulentie maken we hier nu heel even pas op de plaats. Om terug te kijken naar de afgelopen weken, om te zien hoe snel de onderwijssector over de volle breedte zich heeft moeten én kunnen aanpassen. En om vooruit te kijken. We hopen inzicht te bieden, te delen welke vragen er leven en denkrichtingen te stimuleren. Want door met elkaar uit te wisselen wat er speelt, kunnen we elkaar ondersteunen in de denkprocessen en de vele aanpassingen die deze tijd vergt. Zo hopen we bij te dragen in de zoektocht naar inzichten en handvatten waar alle onderwijsinstellingen en collega’s in de onderwijslogistiek hun voordeel mee kunnen doen.
Snel schakelen
Het is onmogelijk om een volledig beeld te schetsen; de ontwikkelingen volgen elkaar snel op. Direct nadat de overheid op 12 maart de crisismaatregelen uitriep, werd alle aandacht gericht op de continuïteit van onderwijs en toetsing. Binnen een mum van tijd maakten scholen de omschakeling van klassikaal naar online onderwijs. Crisisteams gingen nadenken over de mogelijke scenario’s. Uiteenlopend van ‘Wat gebeurt er wanneer er zoveel vertraging ontstaat dat het huidige studiejaar niet tijdig valt af te ronden?’ tot ‘Hoe gaan we om met uitgevallen stages, coschappen en praktijkervaringen?’ en ‘Hoe beïnvloedt online onderwijs de opbouw van lesprogramma’s?’
“Het is onmogelijk om een volledig beeld te schetsen; de ontwikkelingen volgen elkaar snel op. ”
Vooruitkijken
Inmiddels zijn we dik zeven weken onderweg. Collectief zijn we meer gewend aan thuisonderwijs en vanuit huis werken. De wendbaarheid vergt veel maar blijkt groot bij zowel docenten als ondersteunend personeel. Er wordt al volop gewerkt aan onderwijs in een anderhalvemeter-school. Aanpassingen die daartoe nodig zijn vragen het nodige denkwerk. Welke lessen geven we prioriteit om weer fysiek te geven en wat blijft online? Kunnen we faciliteiten zoals de bibliotheek alweer openen voor studenten? Wat gebeurt er met geplande verbouwingen of nieuwbouw? Hoe creëren we ruimte om te voldoen aan de eisen van de anderhalvemeter-samenleving? En welke gevolgen levert dit op voor roostering, ruimtebeheer en inzetplanning?
Met de anderhalvemeter-school is ook een geheel nieuw onderwijslogistiek vraagstuk ontstaan. Namelijk, crowd management; de fysieke logistiek. Hoe kunnen studenten die van het openbaar vervoer afhankelijk zijn, de onderwijslocatie bereiken? En hoe bewegen de verschillende groepen studenten zich door het pand? Er moet beleid worden gemaakt over welke onderwijsvormen en welke groepen voorrang vereisen. De omgang met tijdsindeling en de keuze van tijdstippen waarop onderwijs en toetsing moeten plaatsvinden vergt flexibiliteit en creativiteit. Want kunnen we bijvoorbeeld ook de randen van de (werk)dag, week of periode benutten? En zo ja, hoe dan? En hoe kunnen de onderwijs- en examenregeling (OER) en het kwalificatiedossier rondom aangepaste toetsmomenten en -vormen worden toegepast en gegarandeerd?
Knelpunten per niveau
Ter afsluiting ziet u hieronder de meest in het oog springende vraagstukken die onze adviseurs momenteel tegenkomen. Elk onderwijsniveau kent zo zijn eigen uitdagingen, duidelijk is dat ze vragen om een gezamenlijke benadering door onderwijzende en ondersteunende collega’s in het onderwijs. Het gaat immers om kwesties die hun weerslag hebben op de ondersteunende en onderwijslogistieke processen van alle onderwijsvormen. De weg naar de oplossingen en alternatieven is er één om gezamenlijk te nemen.
Voortgezet onderwijs
- Online lesgeven brengt de nodige uitdagingen met zich mee. Een veelgehoorde wens bij docenten is dan ook dat het weer klassikaal mag. Maar in het nieuwe anderhalvemeter-onderwijs zal een mengvorm van online en klassikaal noodzakelijk zijn. Dit heeft behoorlijke gevolgen voor de planning en het rooster. Van belang is dus dat om tot een goede uitvoering te komen, eerst moet worden nagedacht over de gevolgen en de benodigde aanpassingen in het rooster. Roosterpakketten zoals Zermelo kunnen waardevolle ondersteuning bieden bij de uitvoering van aanpassingen.
- De verwachting is dat door het annuleren van de centraal schriftelijke eindexamens de slagingspercentages zullen afwijken van andere jaren. Diverse scholen bieden extra herkansingsmogelijkheden aan. Dit vergt de nodige planning. Uiteraard moeten dergelijke alternatieven administratief verwerkt worden. Dat kan in pakketten zoals Magister.
Middelbaar beroepsonderwijs
- Vanzelfsprekend maar onvermijdelijk; praktijkonderwijs kon de afgelopen periode niet of nauwelijks doorgaan. Waar een online alternatief niet mogelijk was, zijn stages en praktijkonderwijs uitgesteld in de hoop het later in te halen. Het is voor scholen veelal onhaalbaar om praktijkexamens te organiseren omdat bedrijven die opleidingsplekken bieden in veel gevallen op slot zitten of beperkt open zijn.
- Instellingen pakken essentiële zaken zoals toetsing weer voorzichtig op. Examinering op school vindt beperkt plaats, onder strenge voorwaarden zoals met maximaal drie studenten en alleen voor vakken die bijvoorbeeld nodig zijn voor toelating voor een vervolgopleiding. Zo proberen opleidingen de achterstand te beperken en de druk voor zowel docenten, leerlingen als ondersteunend personeel te spreiden.
Hoger beroepsonderwijs
- Net als in het mbo vormen stages en praktijkonderwijs een belangrijk onderdeel van het hbo-onderwijs. Ook hier geldt dat, wanneer er geen alternatieven mogelijk zijn, onderdelen van het onderwijs stilliggen. Dit brengt uitdagingen mee voor de planning en roostering van het vervolg, maar dit heeft natuurlijk ook groot effect op andere processen zoals bijvoorbeeld examinering en diplomering.
- Online onderwijs heeft het ruimteprobleem waar veel hogescholen altijd al mee kampen in één keer opgelost. Maar in welke mate digitaal onderwijs op de lange termijn onderdeel zal blijven uitmaken van de onderwijsprogramma’s, is de vraag. Niet alle hogescholen hebben even positieve ervaringen met de opkomst van studenten bij virtuele lessen en colleges.
- De instroom naar het tweede studiejaar zal (veel) groter zijn door de versoepeling van de normen rond het bindend Studieadvies (BSA). Dit levert onder meer vragen op over de capaciteit van onderwijsruimtes en het aantal beschikbare docenten. Het heeft ook effect op het proces rondom de totstandkoming van het Onderwijs en Examenreglement (OER).
- De coronacrisis heeft vanzelfsprekend ook zijn weerslag op het studieaanbod, onder andere: curriculumontwikkeling is bij sommige hogescholen stilgelegd omdat dat in combinatie met wat de crisis teweegbrengt, te belastend is. Opleidingen overwegen de verplichte buitenlandstage in het curriculum volgend jaar facultatief te maken. Er zijn ook instellingen die al hebben besloten alle buitenlandactiviteiten voor de rest van het kalenderjaar te schrappen.
Wetenschappelijk onderwijs
- Meer nog dan bij hogescholen komt een groot deel van de studenten aan universiteiten uit het buitenland. De weerslag van hun vertrek is groot. Het vermoeden is dat het aantal inschrijvingen door internationale studenten drastisch zal afnemen. Opleidingen die normaalgesproken met numerus fixus werken overwegen deze regeling voor het volgende collegejaar te schrappen om zo de toestroom te vergroten.
- Nu alles digitaal gaat ontstaan er problemen rondom de zogeheten Proctoring software die wordt gebruikt om online schriftelijke tentamens af te nemen. Het gaat om technische problemen, problemen met speciale voorzieningen en om privacy-kwesties. Examencommissies moeten zich hierover buigen, met als gevolg dat zij nog drukker zijn dan anders in de examenperiodes. Doordat zowel de situatie als bijbehorende problemen nieuw en onbekend zijn, is het in de meeste gevallen nog zoeken naar de juiste conclusies en beleid.
Meer weten?
Accountmanager
Stuur mij een bericht