Omix Logo
  • inzicht
  • januari 2023
  • Tekst: Lisanne van Brouwershaven

Flexibilisering in onderwijs en toetsing. Hoe kom je van wens voor flexibiliteit naar concrete invulling?

Een mismatch tussen de opzet van de opleiding en wensen van zowel studenten als het werkveld. Verandering vindt constant plaats en deze ontwikkeling gaf aanleiding om te gaan kijken naar de mogelijkheden. Bij deze hogeschool bleek behoefte aan meer flexibel onderwijs en toetsen. Onze collega Fleur maakte dit, voor ze bij Omix begon, van dichtbij mee bij het instituut met lerarenopleidingen. Maar: hoe kom je van wens voor flexibiliteit naar concrete invulling, zonder dat dit meer administratie oplevert voor docenten?

Aan de slag met een definitie

Zoals we vaker tegenkomen in casussen van deze flexibiliseringsreeks, bleek ook bij deze hogeschool verschillende ideeën en verwachtingen te leven over flexibel onderwijs en flexibel toetsen. Het ontwikkelen van een gezamenlijk beeld was daarom een belangrijke eerste stap. Een werkgroep ging binnen het instituut met lerarenopleidingen met dit vraagstuk aan de slag. Zij kregen het mandaat voor het opstellen van een nieuwe missie, visie en strategie voor het instituut, waarbij flexibilisering van het onderwijs centraal stond. Het belangrijkste criterium dat meegegeven werd was dat de missie, visie en strategie breed gedragen moest worden. Daarnaast moest de nieuwe strategie de leidraad zijn voor het nieuw te ontwerpen onderwijs.

Op zoek naar de grenzen van flexibilisering

Een tweede werkgroep ging met het nieuwe onderwijsontwerp aan de slag. Ook zij kregen een kader mee: het nieuwe onderwijsontwerp moest breed gedragen worden binnen het instituut met lerarenopleidingen. Een belangrijke vraag om bij transities zoals flexibilisering te verkennen is: waar liggen de grenzen? Met behulp van bijeenkomsten binnen het instituut zijn deze grenzen opgezocht. Door zowel medewerkers uit het onderwijs als de onderwijslogistiek aan te laten schuiven, werd de kans op een daadwerkelijk uitvoerbaar onderwijsontwerp groter. Aan het eind van meerdere sessies lag er een concrete invulling van flexibilisering in de context van het instituut op tafel. Zo zouden studenten na het eerste jaar zelf moeten kunnen bepalen in welke volgorde de vakken van een onderwijsprogramma werden gedaan. En moesten studenten eenvoudiger twee bevoegdheden kunnen halen door vrijstellingen te krijgen voor de overlappende vakken. Volledig zelf een opleiding samenstellen binnen het instituut, alsof je een keuze maakt van een menukaart? Dat was nadrukkelijk niet de bedoeling.

Herontwerpen en op kleine schaal experimenteren 

Een volledig herontwerp van het onderwijs voor één instituut gaat gepaard met vallen en opstaan. De uitkomsten van de hiervoor beschreven sessies zijn daarom bewust eerst op kleine schaal uitgeprobeerd. Kleine schaal betekende bij de lerarenopleidingen één generiek vak. Generieke vakken zijn vakken als pedagogiek, didaktiek en statistiek en hebben een plek in alle lerarenopleidingen. Door met één generiek vak te starten kon veilig ontdekt worden hoe studenten eenvoudiger twee bevoegdheden kunnen behalen. Bij dit experimenteren kwamen direct allerlei concrete vraagstukken naar voren. Eén vraagstuk zat op het gebied van toetsing. Iedere student had namelijk een andere uitstroomrichting, zoals Aardrijkskunde of Nederlands. Hoe kan een docent met expertise in één van de uitstroomrichtingen de studenten van andere uitstroomrichtingen beoordelen?

Olm Ijsberg Flexibilisering

Meer regie voor de student bij toetsen

Hierop is nagedacht over een andere manier van toetsen. Een vak bij dit instituut start met een verkennende les op thema’s waarop het werkveld te verkennen is. Studenten kregen de keuze om met al uitgewerkte opdrachten, of met zelf geformuleerde opdrachten aan een thema te werken. Beide waren gebaseerd op de beschreven leeruitkomsten van het vak. Studenten bedachten zelf de eindproducten voor de opdracht, op voorwaarde dat dit voorstel voldeed aan een aantal kaders zoals de beoordelingspunten van de opdracht. Een eindproduct kon van alles zijn: een infographic, artikel of bijvoorbeeld een filmpje. Door deze opzet was vakinhoudelijke kennis van de docent over de verschillende uitstroomrichtingen niet noodzakelijk.

Enthousiasme vanuit studenten en het werkveld

Binnen dit generieke vak kregen studenten meer regie en ruimte om zelf de verdieping aan te brengen waar ze naar op zoek waren. Als een opdracht niet in de al opgestelde lijst stonden dan was in overleg met de docent veel mogelijk. Studenten waren erg tevreden dat ze door deze vrijheid de opdracht af konden stemmen met de stage. Dit maakte de opdrachten niet alleen leerzaam, maar ook actueel. De opdracht levert ook meer bruikbare eindproducten op voor het werkveld, zoals een inspirerend lesontwerp, die ook daadwerkelijk gebruikt worden. Een win-win situatie.

Een behapbare manier van werken met juiste borging 

Het risico van een andere manier van werken, is dat de administratieve werkdruk voor docenten toeneemt. Want: hoe leg je vast wie welk eindproduct oplevert en of het aan de vereisten voldoet? Hoe en waar borg je alle eindproducten? Het liefste voorkom je dat dit in losse Excel-formulieren en bestanden bijgehouden moet worden. Ook hiervoor is in dit eerste experiment een weg gevonden. Besloten werd dat in één vak twee grote beoordelingsmomenten zijn. De student levert een voorstel voor een opdracht in bij de docent volgens een vast format. De docent keurt dit voorstel goed of af en geeft bij afkeuren gerichte feedback op het voorstel. De student levert na het afronden van een opdracht zowel het eindproduct als het voorstelformulier in via het al aanwezige inleversysteem. Zo worden beide producten op één plek verzameld en waren olifantenpaadjes zoals Excel-lijsten niet nodig.

Hoe nu verder?

De regiegroep in deze casus heeft met succes een missie en visie kunnen vormen voor alle lerarenopleidingen van deze hogeschool. Om dichter bij deze geschetste stip op de horizon te komen bleek een experimenterende houding en uitproberen op kleine schaal sleutels tot succes. Het op kleine schaal experimenteren leverde veel ervaring in de praktijk op. Dit heeft ertoe geleid dat heel organisch andere vakken volgden. Door de nieuwe invulling van de generieke vakken is er een nieuwe vakgroep opgericht die zich bezighoudt met de generieke vakken en het programmatisch toetsen. Ook de stageverslagen zijn verantwoordelijkheid van deze vakgroep geworden. Studenten mogen nu zelf voor het eerste half jaar de eerste afrondingsvorm kiezen van hun eigen stage. Het fragment in deze casus laat zien dat het draaien aan één radartje impact heeft op meerdere onderdelen van het onderwijslogistieke proces. Dit proces is nog niet klaar. Het volgende grote streven is om al het onderwijs via leeruitkomsten vorm te geven en programmatisch toetsen breder te implementeren.

Wil je meer ontdekken of met ons van gedachten wisselen hoe jouw onderwijsinstelling deze transitie aanpakt? Neem dan contact op met Petra Lankhorst.

Dit was een artikel uit de reeks ‘Flexibilisering in het onderwijs’. In deze reeks geven we kort en krachtig een inkijkje wat er op de onderwijslogistieke werkvloer gebeurt in de transitie naar flexibel onderwijs. 

 

 

Meer weten over Onderwijslogistiek?

Iwan Brouns

Accountmanager

Stuur mij een bericht
Deel dit bericht Linkedin Whatsapp Mail